'Een jaar vol hoogspanning'
Fiets MEE met Tom Börger, die de aanleg vanaf zijn rijwiel ruim een jaar lang volgde |
Tom Börger maakte de bouw van Zwolle-Meeden-Eemshaven mee als tiener. Op zijn fiets legde hij in 1995 en 1996 vanuit Zwolle letterlijk duizenden kilometers af om de bouw nauwgezet te volgen. Dankzij zijn volharding en discipline in het maken van notities is zijn verhaal zowel een herinnering als een naslagwerk.
'In maart 1995 merkte ik toevallig de bouw van de nieuwe lijn Zwolle – Meeden op en vanaf dat moment raakte ik geheel verslingerd aan de mastenhobby, de belangstelling voor de masten wisselde slechts onderling tussen de aanwezige 380 kV-hoogspanningslijnen. De bouw van de nieuwe lijnen was goed te volgen, door steeds met de fiets vanuit Zwolle “verkenningen” uit te voeren en ik ben mijn ouders dankbaar dat ze mij die gelegenheid hebben gegeven. Via een aantal "excursies" naar Groningen kreeg ik ook vanaf de zomer van 1995 het andere deel van de lijn in beeld bij Meeden en natuurlijk het bijzondere stuk tussen Eemscentrale en Meeden.
'Hoewel tussen Meeden en Eemshaven de grootste en indrukwekkendste masten stonden, oefende Zwolle – Meeden altijd meer aantrekkingskracht op mij uit. Misschien heeft het meer afwisselende landschap van Overijssel en Drenthe daar wel wat mee te maken.
Maar laten we ook eerlijk zijn dat het mastontwerp van Zwolle – Meeden en dan vooral de steunmasten onovertroffen is.
Een vreemde toren
'Op zondag 12 maart reden we onderweg naar familie in Groningen over de A28 toen vanaf de snelweg te zien was dat een onbekende toren was geplaatst dichtbij het trafostation Hessenweg. De toren van alleen het onderstuk had geen draagarmen dus het was niet duidelijk wat het was. Op de woensdag daarop was er gelegenheid om te gaan kijken.
'Inmiddels was ik veertien jaar oud en zat ik op de middelbare school in de derde klas. Het rooster had op woensdag slechts vijf lesuren, dus na een uur in de middag was ik vrij. De 15e was een zonnige maar koude dag en het was best een zwaar fietstochtje.
'Aangekomen bij station Hessenweg bleek vlug dat het om een nieuwe lijn ging. Er hing een bord "mast 1" zodat er geen twijfel over kon bestaan dat een nieuwe mast werd gebouwd.
'Mast twee was een stuk minder ver in de bouw, alleen de fundatie-einden waren te zien. Ook de volgende masten waren er nog niet, behalve de zandwegen naar de bouwterreinen. Via een korte vraag aan de werklieden kwam ik er achter dat deze lijn naar de Eemscentrale zou lopen via "Meeden". Een van de mannen toonde een netkaart van het toenmalige Edon-gebied, waarbij Zwolle-Meeden was ingetekend, toen nog met een alternatief tracé als rechte lijn over Hoogeveen. Hierna maakte ik de volgende woensdagen de 22e en de 29e maart ook een fietstocht die eerst richting Hessenweg ging. Maar de 22e fietste ik na mast 7 verder richting Dalfsen en Heino, om de lijn Ens – Hengelo te bekijken.
'Bij de tocht van 22 maart constateerde ik tot mijn schrik dat de oude 220 kV-lijn naar Almelo verdwenen was. Om deze lijn te kunnen zien was ik achteraf dus net een jaar te laat, tot op heden erg spijtig.
'In april verplaatste mijn aandacht zich steeds meer naar de al eerder genoemde 380 kV-lijn Ens – Hengelo, die dateerde uit 1988. Alleen op 9 april ben ik nog een keer bij Hessenweg geweest om te zien dat mast 2 van Zwolle – Meeden klaar was om gemonteerd te worden, de staalconstructies lagen toen klaar. De fundatie was gereed en uit de palen staken kruisvormige profielen. Dat was duidelijk afwijkend van de masten uit de jaren tachtig tussen Ens en Hengelo.
'De volgende maand zou ik echter pas zien hoe deze mast eruit zag. Tot die tijd lag de focus dus op Ens – Hengelo, die was mede zo interessant omdat in 1995 nog altijd het tracé van die lijn niet op de topografische kaarten stond en dus was het ongewis hoe precies de lijn verder ging richting Twente. Via steeds langere fietstochten volgde ik de lijn uiteindelijk tot aan Wierden waarbij ook voor het eerst een fototoestel meeging, een meetzoeker, de Ricoh 500G met vaste 40/2,8 lens.
'Op donderdag 11 mei kreeg het verhaal rond Zwolle – Meeden voor mij een nieuwe wending, want de krant (NRC) bevatte een foto van een mast, met als bijschrift "tussen Emmen en Appingedam worden kabels aangelegd". Het was echter een mysterieuze foto want er stonden enkel twee traverses op!
Maar beide traverses hadden twee isolatorkettingen voor 380 kV! Dat zou dus betekenen dat er vier circuits in moesten hangen, maar hoe zou deze mast eruit zien?
'En waar zou deze lijn precies lopen? Allemaal vragen die nog onbeantwoord waren. Aangezien er uiteraard geen internet zoals nu was, en het nogal een stap was voor een 14-jarige om de SEP te bellen of te schrijven zat er maar een ding op, namelijk zelf maar verkennen net zoals ik richting Twente had gedaan.
Geen kroontje
'Op 12 mei kwam ik dan weer bij Hessenweg. Mast twee was duidelijk de blikvanger, inmiddels geheel gemonteerd. Ook de 18e kwam ik er maar toen met een fototoestel, waarbij ik onderstaande foto van mast twee maakte. Een hele speciale foto want door het ontbreken van isolatoren en de donkere lucht erbij, lijkt de mast nog indrukwekkender. Wat een vreemde mast! Eerste opvallende was dat de boventraverse geen "kroontje" had, de benaming die ik gebruikte voor "kattenoren", de verhoogde einden van de traverse voor de bliksemdraad.
'Bevreemdend, want zonder kattenoren wordt de afstand tussen bliksemkabel en fasekabel anders dan bij de steunmasten? Beide traverses eindigden geheel afwijkend van de traditie niet in een punt maar in een diagonaalconstructie in de vorm van een gelijkzijdige driehoek. Dat werd het handelsmerk van Zwolle-Meeden en ook Eems-Meeden. Wat ook opviel was de robuuste bouw van de mast, uit gekruiste hoekstalen als randpoten, en een zeer wijd uitlopend broekstuk. De knoopplaten waren mooi afgerond en het aantal bouten was indrukwekkend, met name op de eerste verdieping bevonden zich zware diagonale constructies klaarblijkelijk bedoeld voor een mogelijke traverse die er onder een hoek aan kon.
'Ook de eerste steunmasten stonden, mast zes die aan een weg stond was het best te zien. Hier was ook een totaal ander ontwerp aanwezig zien dan de vertrouwde Donaumast uit de lijn Ens – Zwolle. De boventraverse was een stuk smaller en de twee fasekabels hingen dus boven elkaar en niet als een gelijkbenige driehoek ten opzichte van elkaar. De diagonalen in het mastlichaam kruisten elkaar bij de traverse in het midden van de torenvlak, niet bij de randen, ook dat week af van gebruikelijke ontwerpen en gaf de toren een heel ander aanzicht. Een heel mooi wijds uitlopend broekstuk was ook bij deze mast te zien. Maar de ondertraverse stelde me weer voor raadsels. De kabels leken "onnodig" ver uit elkaar te hangen dat ik twijfelde of het voor 110 kV was bedoeld, of voor 150 of zelfs 220 kV. De binnenste kabel hing echter weer dichtbij de mast, wat een 220 kV-spanning niet mogelijk zou maken. Veel vragen dus. Wat ook nog opvallend was waren de aluminium ladders in de
toren, geheel afwijkend van de klimijzers die gebruikelijk waren. Om het nog klimvriendelijker te maken had elke mast ter hoogte van de traverses ook nog eens een bordes met persroosters.
'De volgende dag, vrijdag 19 mei was daar dan eindelijk de tweede hoekmast gevonden. Verder fietsend richting Nieuwleusen liet zien dat daar een zwaardere toren was gebouwd. Een zeer lange rechtstand vanaf mast twee was dus het geval, want de eerstvolgende hoekmast was nummer 16.
'Op het eerste gezicht leek er bijna geen lijnhoek te zijn, maar nog iets verder vanaf mast 18 kon je de flauwe bocht wel degelijk zien. Mast 16 was tot en met het onderstuk opgebouwd en op de grond lagen de overige delen klaar voor montage. Dikke stalen constructies van dichtbij. Met een nieuw fotorolletje kon ik daar enkele opnamen maken. De mast was gebouwd op een bouwterrein met zand. Een noviteit, want eerder werd de mast gewoon in het weiland opgebouwd. De reden hiervan bleek het tegengaan van een mogelijke vervuiling door het thermisch verzinkte staal te zijn. Ook mast 17 en 18 waren tot en met het onderstuk klaar. Het gaf een bijzondere aanblik, deze kale torens.
'Heel grappig was dat ik een klasgenoot uit Dedemsvaart had die kwam melden dat er een "Eiffeltoren" in zijn achtertuin werd neergezet. Uiteraard kon ik hem haarfijn alle details over deze hoogspanningslijn uit de doeken doen. |
'Misschien gaf het van nabij kunnen zien van de bouw wel de aanleiding om zelf een schaalmodel van een mast te maken. Eind mei kocht ik een aantal meter aluminium hoeklijn en begon aan een model van mast 2. De foto die ik op 18 mei van mast 2 nam gebruikte ik als bouwtekening, door de maten af te schalen. Door alleen de hoofdstaven te maken had ik het broekstuk al snel af en ook het onderstuk volgde snel.
▲ Deze kaartjes tonen de voortgang van de bouw ongeveer per kwartaal. De kaartjes kan je in een hogere resolutie vinden in de reis.
'Begin juni zag ik vanuit de auto mast 28 voor het eerst, het bood een indrukwekkende aanblik, want alleen het broekstuk en het eerste kruisblok daarboven stond er. Tijdens een fietstocht op 11 juni was daarna ook te zien dat mast 30 de volgende hoekmast was. Op 13 juni kon ik er na schooltijd heen fietsen en mast 28 bleek een vreemde diagonale traverse te bezitten, overduidelijk vanwege de kruising met de 110 kV-lijn naar Ommen. Het tracé van de beide lijnen staat haaks op elkaar en mast 28 werd precies op het kruispunt geplaatst. 23 juni fietste ik nog verder tot mast 37, dat was op dat moment de verst afgebouwde mast.
Meeden
'Eind juni was de warmte van de zomer in alle hevigheid begonnen met een reeks van zonnige en warme dagen. Bij Hessenweg was men toen druk bezig om kabels te spannen. Bij mast 1 en bij 16 heb ik dat van redelijk dichtbij kunnen volgen. De mannen van de bouw leken geen Nederlanders (Italianen of Duitsers?) en waren niet te benaderen. Wel stond er een Nederlandse kraan van Van Santen uit Haarlem. Begin juli, uitgerekend toen ik mijn eerste uitstapje naar Meeden had gepland zakte het zomerweer wat in. Gelukkig kwam dat in augustus nog helemaal goed.
'Op 5 juli bereikte ik voor het eerst het noordelijke eindpunt van Zwolle -Meeden, bij de laatstgenoemde plaats. Van de lijn uit Zwolle ontbrak echter nog ieder spoor. Wel aanwezig was de lijn naar de Eemscentrale en hoe! Komende met de fiets vanaf Groningen, zag ik de masten al bij het verlaten van Hoogezand en dan is het nog best een eindje. Dit waren een soort super-size masten!
'Met name de boventraverse van de steunmasten was het eerste dat opviel. Of het ook mooi is was ik nog niet helemaal van overtuigd, de boventraverse is toch wel heel breed en anders dan bij Zwolle – Meeden is de mast daardoor niet zo elegant. Steeds dichterbij komend werd de spanning opgevoerd, want in Meeden zie je door de lintbebouwing een tijdje de masten niet staan. Alleen een hele dikke bundel kabels verraadde de aanwezigheid van de nieuwe hoogspanningslijn, toen nog samen met de 220kV-lijn. Maar even later was daar dan toch het moment van de ontmoeting met de grote hoekmast nummer 79 aan de weg richting Scheemda.
Wat een monster! Men was toen bezig om hier richting het noorden kabels aan te brengen, er waren mensen in aan het werk. Terwijl in juli 1995 er nog volop aan Zwolle – Meeden werd gebouwd, was Eems – Meeden al bijna gereed in de zomer.
'De hoekmast van Zwolle – Meeden was bepaald niet kinderachtig, maar de hoekmast van Eems-Mee sloeg alles. Maar hier dan wel een "kroon" op de boventraverse, en een heel platte, niet bepaald mijn voorkeur. Dus net als de steunmast met zijn plompe voorkomen had ook de hoekmast zo zijn ding.
'In tegenstelling tot Zwolle werd in Meeden een gesloten station neergezet. Dit was een behoorlijk groot gebouw met spierwitte buizen waar de kabels op aansluiten. De oriëntatie van het gebouw was zodanig dat alle lijnen via een bocht bij de eindmast precies haaks op het station aansloten. Aan de westkant was geen lijn aanwezig, zou er ooit nog een lijn in de richting van Groningen komen?
'Ik fietste verder naar het station, alleen was het fotorolletje bijna vol zodat ik slechts twee foto's had als resultaat van dit bezoek, en geen van de foto's toonde een steunmast!
'De volgende dag stond de fietstocht richting Emmen op het programma en dan met de trein weer terug naar Zwolle. Onderweg kwam ik bij Weerdinge de nieuwe lijn tegen. Onverwacht is dat hij al heel af eruit ziet. Blijkbaar is dit stuk als een van de eerste delen neergezet. Vanuit de trein kan ik me niet meer herinneren dat er masten stonden in de buurt van Veenoord. Na deze excursie naar Meeden maakte ik nog enkele lange fietstochten richting Hardenberg en Dedemsvaart, tijdens een van die tochten stonden de masten voor mast 46 er geheel met de torens gemonteerd, maar zonder traverses.
'Hierna begon de zomervakantie en vertrok ik een paar weken naar Frankrijk. Terug in Nederland was men aardig opgeschoten met de lijn, vooral met de kabels. In augustus kwam ik met het fietsen al tot mast 54 waar de lijn in noordelijke richting afboog. Ondertussen vorderde de bouw van het schaalmodel ook goed en was hij op 15 augustus voltooid en mocht ik hem een plaats geven in de achtertuin! Op de bij de lokale vvv-kantoren verkregen topografische kaarten van Zwolle, Dalfsen, Ommen, Hardenberg had ik tracé van de lijn precies ingetekend.
'Eind augustus vertrok ik weer naar Groningen. Ditmaal was het weer goed, de 22e geheel zonnig en warm, de 23e bewolkt maar nog steeds warm, op een bui na droog. Deze twee dagen waren wel het hoogtepunt van de mastenhobby tot dan toe! Het was een combinatie van het mooie weer, een ontdekkingstocht in een nog nooit geweest gebied en de spannende aanblik van een nieuw masttype dat het zo geweldig maakte. De 22e ging de fietstocht vanaf station Groningen naar Meeden, dan bij Scheemda het Winschoterdiep over en via Siddeburen richting Tjuchem en dan het Eemskanaal volgend weer terug.
'Wederom een fotorolletje met slechts 12 opnamen, maar nu beter benut. Mast 82 tot 79 was klaar, en ook het stuk tot het Winschoterdiep was men klaar, grondwerkers waren het zand aan het verwijderen. Bij mast 58 bleek pas de volgende hoekmast te staan. In het stuk bij mast 50 klapperden de vier kabels in de wind nog tegen elkaar omdat de afstandshouders er nog niet tussen zaten. In de verte was dan mast 36 en 37 te zien en dat was een spektakel vergeleken met het verder rustige lijnverloop. Twee verhoogde masten en een heel groot portaal waren te zien. Daarachter de hoge masten van de Eemskanaalkruising! Bij mast 36 volgde ik de rijplatenweg tot het bouwterrein. Een Duitse aannemer (SAG?) was aan het werk en spande de verbindingsbogen (bretels). Vanwege het Eemskanaal als barriëre kwam ik niet verder, zodat het stuk naar de Eemshaven nog even op zich liet wachten voor een verkenning.
De laatste open plekken op de kaart
'In de dagen die volgden waarbij ik erg geïnspireerd was door de masten van Eems-Meeden, besloot ik ook van die masten een schaalmodel te maken en wel van de meest indrukwekkende, mast 37. Op 1 september ving de bouw ervan aan, schaal 1:35. Een foto die ik op 22 augustus maakte stond model. Ook begon de school weer dus minder tijd voor de hobby. Al snel na terugkomst in Zwolle, bleek dat ik bij de tocht in Groningen toch weer te weinig aantekeningen gemaakt om de lijn goed in te tekenen op de kaart, bovendien ontbrak het hele stuk tot Eemshaven nog. Vele dagen lag ik te malen hoe nou precies de lijn zou lopen tussen Stadskanaal en Meeden en ook richting de Eemshaven was het nog een vraag waar de masten zouden komen.
'Niet gek dat er weer een nieuwe excursieplan ontstond dat op 7 oktober uitvoering vond. Ditmaal bij Siddeburen met de auto afgezet en daarna helemaal tot de Eemshaven doorgefietst en bij station Robbenplaat geweest. De twee lage masten die de verbinding verzorgden tussen de twee oude 220 kV-lijnen stonden er nog. De gehele lijn Eems-Meeden was nu verkend!
'De bouw van Zwolle – Meeden werd steeds moeilijker te volgen. Voorbij Slagharen werd het heen en terug vanaf Zwolle meer dan 100 kilometer fietsen. Helaas heb ik daardoor gemist dat ze de kabels met een helikopter aanbrachten, wat bij Zwolle niet gebeurde.
'Het verst dat ik kwam was mast 81, waar ik de funderingspalen deels ingeheid nog heb zien staan. Het eerste gedeelte van de lijn naar Meeden had ik nu dus wel globaal in beeld, maar er waren nog lacunes. Het stuk van mast 81 tot 121 was nog onbekend en ook van mast 201 tot 230 ontbrak nog de positie.
'Ik was zeer benieuwd hoe het nu precies zat en daardoor kwam het in de herfstvakantie tot een nieuwe grote fietstocht. De 23e oktober vertrok ik met de trein naar Coevorden om vanuit daar over Emmen, Stadskanaal via Meeden naar Groningen te fietsen. Totaal 140 kilometer, maar prachtig weer erbij maakte dat tot geen bezwaar. De zomertijd eindigde toen nog in september dus ik kwam in het donker aan in Groningen. In Coevorden volgde ik eerst de oude 110 kV-lijn richting het noorden. Aangekomen bij het tracé van Zwolle – Meeden waren nog geen 380 kV-masten te zien daar. Wel was vast te stellen hoe het lijntracé kwam te liggen en de hoekmastposities noteerde ik op de kaart.
'Zoals al in het verhaal van Hans te lezen is, was de fasering van de bouw van Zwolle-Meeden heel duidelijk zichtbaar in de omgeving van Veenoord. Het stuk tussen Veenoord en Stadskanaal liep sterk voor op de rest van de bouw, omdat zo de nieuwe combilijn in het 110 kV-net kon worden opgenomen. Vanwege deze reden zag je niet geleidelijk de bouw van de masten vorderen naarmate je Emmen naderde, maar begon (of eindigde) de nieuwe lijn in het najaar van 1995 abrubt in het landschap. Dat bleek bij mast 121 te zijn. Mast 121 was een bijzondere mast met een scherpe hoek en een diagonale traverse, maar slechts aan een zijde van de mast. De oude mastjes waren verdwenen, die had ik het jaar daarvoor nog gezien toen we met school naar het Noorderdierenpark gingen, maar dat was achteraf dus de laatste keer.
'Na mast 121 reed ik door Emmen, weer de topografische dienst bezocht voor kaarten en daarna via Nieuw Weerdinge verder. Ik nam gelukkig nog wel een foto van de oude lijn naar Gasselte. De nieuwe 380/110 kV-lijn passeerde zonder veel bijzonderheden deze kleine mastjes. Bij Musselkanaal was de 110 kV-lijn er nog, ook die kwam als bijvangst op de foto, de aandacht ging toch uit naar de nieuwe lijn.
'Mast 201 was de laatste mast die stond, net als in augustus. Verder zag ik geen masten staan, wel was het tracé te volgen en dat bleek parallel te lopen aan de oude 110 KV-lijn. De volgende dag nog een keer gefietst naar Stadskanaal en nu ook noordelijker van mast 201 het tracé verkend. Bij mast 210 lagen de vier buispalen klaar, verder noteerde ik ook hier de hoekmastposities en nummers. De 25e fietste ik nog een keer naar Mast 36 en 37 van Eems – Meeden. Een schilderploeg was al bezig om de masten in de verf te zetten.
Aansluiting op Hessenweg
'Door de langdurige kou in de winter kwam er weinig van fietsen. In december zag ik nog dat de fundaties voor de nieuwe mastposities bij station Hessenweg in de lijn Ens – Zwolle waren aangebracht. Maar de bouw van de masten duurde nog een poos. In januari was wel te zien dat de steigers over spoorlijn nagenoeg gereed waren. Een week na het invallen van de dooi kwam ik op 17 en 18 februari dan weer in Groningen uit. De 17e van Siddeburen tot de Eemshaven, bij zeer winderig weer en tegenwind. Nu had ik een 135 mm telelens bij me zodat fotografisch deze toch heel mooie resultaten opleverde. De 18e regende het, slechts een paar foto's bij Meeden lukten voordat ik terug ging. Inmiddels was Zwolle – Meeden geheel gereed, want mast 237 was af en de 110 kV-kabels waren verbonden. De oude 110 kV-lijn stond er nog wel, maar dat zou niet lang meer duren!
'In maart begonnen in Zwolle dan eindelijk de werkzaamheden aan de masten bij Hessenweg in de lijn van Ens – Zwolle. Het hijsen van de traverse in de nieuwe eindmast kon ik op een zaterdag volgen. Gedurende de werkzaamheden in maart 1996 was de hele lijn Ens – Zwolle een tijdje buiten gebruik. Begin april waren alle 380 kV-lijnen verbonden met het station en is het station waarschijnlijk ook in gebruik om de twee delen van de voormalige lijn Ens – Zwolle met elkaar te verbinden. In mijn ogen nog steeds vreemd was het feit dat geen koppeling met het 220/110 kV station gebouwd werd, de indeling van het station leek dat wel mogelijk te maken. Ik dacht dat de invoeding vanuit de Eemscentrale de centrale Harculo zou vervangen en dat dus in Zwolle ook een koppeling naar het 110/220 kV-net nodig was. Maar dat gebeurde dus niet, tot heden ontmoeten uitsluitend de 380 kV-lijnen elkaar in Zwolle.
'In maart en april maakte ik een aantal verkenningen in het lijngedeelte tussen Emmen en Zwolle. Helaas heb ik niet veel aantekeningen gemaakt over hoe de lijnenbouw gevorderd was, maar daaruit valt waarschijnlijk af te leiden dat het spannen van de kabels nagenoeg klaar was. 17 maart fietste ik vanuit Hoogeveen terug naar Zwolle, via Slagharen en onder Dedemsvaart langs. Mast 65 zag er indrukwekkend uit. Op 22 maart 1996 ging ik met de trein naar Emmen om bij de topografische dienst nieuwe kaarten te kopen waarop de lijn Hengelo – Doetinchem voor het eerst prijkte, uitgave 1996. In plaats van direct richting huis te fietsen, ging ik eerst (bij gestage regen) nog een stukje verder naar mast 154 bij Nieuw-Weerdinge en bekeek daar deze bijzondere kruisingsmast. Daarna fietste ik in vrij rap tempo met lichte wind mee terug en gelukkig droog weer naar Zwolle. Helaas achteraf zonder foto's. Het laatste stuk vanaf Balkbrug verliep in het donker, maar de weg kende ik daar nu wel zo goed dat het fietsen geen probleem was.
'Eind maart is het sombere weer van half maart verdwenen en is het helder weer met polaire lucht. Op de 31e nam ik enkele foto's tijdens een autorit naar Emmen, onder andere bij Wachtum en de afrit Emmen in de N34. Bij mast 103 overbrugde de nieuwe lijn de oude 110 kV-lijn die daarvoor verlaagd was via een portaal. Op de foto is te zien dat de masten nog katrollen hebben voor de bliksemkabel, een teken dat hier nog aan de kabels werd gewerkt.
'In April fietste ik in het paasweekend en vakantie erna nog twee keer helemaal tot mast 81. De eerste keer zonder fototoestel, maar was het rolletje vol, de tweede keer wel met enkele foto's.
'Het aantekeningenboekje vermeldt met enige trots in het voorbije jaar vanaf maart 1995 een totaal aantal van 3500 fietskilometers!
'Verder staat er dat men op dat moment bezig om de masten te verven. Als eerste begonnen ze boven in de mast, om tijd te winnen voor de ingebruikname die aanstaande was. De firma Venko deed het werk.
Kijken is veranderd
'In de meivakantie van 1996 kwam het weer tot een reeks fietstochten vooral gericht op het nemen van foto's van de nieuwe lijn. De laatste fietstochten waarmee ik dit verhaal wil eindigen.
'Op 1 mei ging ik van Emmen naar Meeden, via de bekende route. Helaas was het slecht weer, vanaf Meeden tot Groningen ging in de regen. De oude 110 kV-lijn Meeden – Musselkanaal was afgebroken, de neergehaalde masten waren nog te zien. Het stuk van mast 201 tot aan Meeden was geheel gereed. Niet verbazingwekkend uiteraard, want het was nog slechts een dag tot de ingebruikstelling. Op 2 mei was het weer helemaal slecht, met een constante miezerregen. Tijdens een moment van kortstondige droogte vertrok ik toch richting Appingedam, maar al snel ging de regen weer verder en keerde ik bij mast 31 maar weer om naar Groningen in plaats van naar de Eemshaven. Slechts een wazige foto van mast 31 van Eems-Meeden zat erin. De volgende dag, 3 mei maakte ik nog een lange fietstocht door Groningen helemaal naar de Eemscentrale, dan naar Meeden en vervolgens weer terug. Nu was het wel aardig weer en ik kwam terug met veel foto's van met name het stuk bij de Eemscentrale. De 220 kV-lijn tussen Meeden en Delfzijl en het stuk van de 220 kV-lijn tussen Robbenplaat en Appingedam stonden er inmiddels werkloos bij, achteraf had ik die wel wat meer op de foto kunnen zetten toen het nog kon.
Alles heeft een prijs
'Hoewel buiten het jaar van lijnenbouw dat ik wilde beschrijven, moet toch vermeld worden dat wat volgde de keerzijde van deze nieuwbouw was, namelijk een grote afbraakgolf. In 1997 zijn de 220 kV-lijnen tussen Meeden en Robbenplaat afgebroken. Maar helaas was daarmee het verhaal nog niet afgerond, want ook een aantal niet direct in de nabijheid van de nieuwe lijn gelegen lijnen zou verdwijnen. In 1997 verdwenen de kleine enkelcircuitmastjes van Gasselte – Meeden en ook zeer waarschijnlijk verdween Musselkanaal – Lathen. Nog confronterender was voor mij dat in 1998 de oude 110 kV-lijn Zwolle – Hoogeveen het veld moest ruimen.
Gelukkig bleef de 220 kV-lijn naar Hoogeveen wel behouden, zij het in sterk aangepaste vorm.
'Ik ben erg blij dat ik in de gelukkige omstandigheid ben geweest de bouw van de lijn van |
'Nu zou dat totaal anders zijn geweest. Met een paar muisklikken kun je het complete tracé opvragen en met google earth ligt de wereld ook aan je voeten. En we hebben natuurlijk nu het hoogspanningsforum waar we elkaar als mastenliefhebbers hebben gevonden. Om in het echt te kijken bij de masten is de wereld ook kleiner geworden, want het gemak waarmee tegenwoordig de auto wordt gepakt is veel groter dan 20 jaar geleden. Waar ik toen na lang zeuren en vragen met de auto ergens werd afgezet om te gaan kijken weet ik zeker dat het nu geen enkel probleem was geweest louter voor dat doel even de auto te pakken.
'En de foto's? Een rolletje van 12 opnamen is haast lachwekkend in deze tijd met digitale fotografie en smartphones. Aan de andere kant is het hebben van een herinnering zonder foto ook waardevol als een plaatje dat je alleen maar voor de geest kan halen en niet tastbaar in een foto te hebben.
'Naast de veranderde tijd hebben we nu ook te maken met een grote verandering op het gebied van de mastenbouw omdat de traditionele vakwerkmast in Nederland uit de gratie is geraakt. Als mastenliefhebber betreur ik dat zeer. De masten van Zwolle-Meeden hadden een uiterlijke verschijning die intrigeerde en waar ik persoonlijk lang naar kon kijken en op foto's van kon genieten. Mede daardoor was het volgen van de aanleg ook zo leuk. Gelukkig beschikken we echter nu nog over de mooie hoogspanningsleidingen tussen Zwolle – Meeden en Eemshaven.
Tom Börger, maart 2016